De omgeving
Het rivierenlandschap van de IJssel
De rivier de IJssel stroomt door het dal tussen de Noordelijke Veluwe en de Sallandse Heuvelrug en is volgens velen een van de allermooiste rivieren van Nederland en een toeristische trekker van formaat!
Hier ligt een streek vol verrassende hoogtepunten en het afwisselend geheel van bezienswaardigheden geeft deze regio kleur en charme door een combinatie van stromend water, schilderachtige en grillige uiterwaarden en uitgestrekte natuurgebieden langs beide oevers. Daarnaast is er de gezellige drukte van zowel schepen als pleziervaart en kun je de natuur actief beleven door te fietsen of wandelen door een gebied vol bossen, weilanden en gezellige dorpen langs beide oevers, bereikbaar door meerdere ponten. Alles wat tussen de IJssel en de Sallandse Heuvelrug in ligt is Salland. Je komt er tot rust, je kunt er heerlijk verblijven. Olst-Wijhe maakt deel uit van Salland: een uniek vakantiegebied. Sallanders staan bekend om hun gastvrijheid en helpen je dan ook graag om van je verblijf in Salland een onvergetelijke ervaring te maken.
Aan de linkeroever, de Gelderse kant
NH Kerk Oene
De hervormde kerk in het Gelderse dorp Oene is een grotendeels gotisch kerkgebouw, waarvan de oudste delen romaans zijn. De kerk werd in 1176 voor het eerst genoemd en had Dionysius als patroonheilige. Omstreeks de 15e eeuw werd de kerk verbouwd, waarbij de oorspronkelijke twee verdiepingen door één hoog portaal werden vervangen. Ook kwamen er twee zijbeuken, die zich onder dezelfde kap bevinden als de middenbeuk en daardoor zeer lage zijmuren hebben. Het koor is gotisch en bestaat gedeeltelijk uit tufsteen en gedeeltelijk uit baksteen. In de kerk bevinden zich gewelven die zijn beschilderd met plantenmotieven. Voorts staat er in de kerk een uit 1797 daterend offerblok.
NH Kerk Vorchten
Dit is één van de oudste kerken van Nederland. Het oudste gedeelte van het kerkje stamt van vóór het jaar 900. Ook staat het op een terp en het bestond dus al vóór de aanleg van dijken. Het is een gotisch kerkgebouw met een romaanse westpartij. De kerk werd in 1176 voor het eerst genoemd. Het oudste gedeelte van de huidige kerk is de uit omstreeks 1200 daterende tufstenen toren. De kerk onderging in 1856 een ingrijpende verbouwing, waarbij vooral het schip wijzigingen onderging. Schip en koor zijn gedeeltelijk uit tufsteen, maar grotendeels uit baksteen opgetrokken. Binnen bevindt zich een uit 1630 daterende renaissance preekstoel. De kerk, oorspronkelijk gewijd aan Johannes de Doper, is sinds de Reformatie een protestants godshuis.
De Oude IJsselloop te Vorchten
De IJssel, nu getemd door kribben en dijken, heeft niet altijd de loop gehad die je nu kunt zien. In het gebied waar je je nu bevindt is (voor de kenners) door o.a. hoogteverschillen en begroeiing nog zichtbaar waar een oude arm van de IJssel heeft gelopen.
In de boomgaard aan de Kerkweg te Vorchten realiseerde de kunstenares Sannah Belzer in samenspraak én samenwerking met bewoners drie zgn.Veldkabinetten. Deze nodigen uit om het landschap en haar historie, verhalen en geheimen te ontdekken en zelf op onderzoek uit te gaan; vooral voor kinderen valt er veel te doen en zien.
Om zelf op ontdekking te gaan, kun je een sleutel vragen bij een van de bewoners (zie op het hek) en ontvang je een document met achtergronden en verhalen uit de buurt.
Veessen: Het ruiterstandbeeld van de Bashkir
Veessen, een dorpje aan de IJssel in de gemeente Heerde, staat bekend als “het kozakkendorp”. Deze bijnaam kreeg het door een historische gebeurtenis, die het dorp verbindt met de Bashkieren, een nomadisch volk van (uitstekend!) boogschietende ruiters uit het steppengebied aan de zuidelijke voet van de Oeral, het huidige Bashkortostan. Gezeten op felle kleine paarden en bewapend met pijl en boog in plaats van geweren en voorzien van lange lansen en karwatsen, werden ze door de Fransen die t.t.v. Napoleon vanaf 1810 ook Nederland bezet hielden, schertsend “de Cupido’s van het Noorden” genoemd; dit zou hun geuzennaam, te weten “de Amours”, worden.
Deze kozakken vormden het meest gevreesde wapen van het Russische leger in hun strijd tegen Napoleon. Na de Volkerenslag bij Leipzig in 1813, waarbij Napoleon verslagen werd, trokken de Russische en Pruisische geallieerde troepen door naar Nederland. Half november 1813 bereikten de eerste geallieerde eenheden de IJssel. De Franse bezetting van de vestingstad Deventer bleek te sterk en dus kreeg het 1e Regiment Bashkieren van hun Russische generaal de opdracht een bivak op te slaan bij Wijhe aan de IJssel en van daaruit Deventer te omsingelen. Op een geschikte plek in de rivier werd een schipbrug gelegd, daar waar de IJssel een grote bocht maakt, vlak vóór Wijhe en aan de overkant bij Veessen. Via die schipbrug hebben duizenden militairen van beide partijen de overtocht over de IJssel gemaakt. Het bivak van de Bashkieren in Wijhe groeide uit tot een belangrijk strategisch doorvoercentrum. Vanwege hoogwater verloor de schipbrug eind januari 1814, dus al na 2,5 maand, zijn functie.
Het bronzen beeld van een Bashkierse ruiter bij het gerenoveerde havenfront van Veessen herinnert aan deze geschiedenis. Op 8 januari 2018 werd het bij hoogwater geplaatst; een huzarenstukje. Het werd vervaardigd door de Russische beeldhouwer Alexander Taratynov, die al meer dan twee decennia in Nederland woont en werkt. Het initiatief voor dit kunstwerk werd genomen door de Geelvinck Muziek Musea Amsterdam-Zutphen, waarvan de organisatie al meer dan een kwart eeuw gevestigd is in een historisch huis in Heerde.
(Voor de feestelijkheden rond het beeld, zie ook YouTube.)
De hoogwaterkering tussen Veessen en Wapenveld
Ook wel genoemd “de Deltawerken van de IJsselstreek”, aangelegd in het kader van het project “Ruimte voor de Rivier”. Door de IJssel in toom te houden als het kan en de ruimte te geven als het moet, wordt de omgeving bij incidenten beveiligd, terwijl de ruimte op andere momenten nuttig kan worden gebruikt. Een verhaal zoals dit gaat vaak over technische cijfers: ‘De IJssel 71 cm omlaag, een watergeul van 857 ha, 17 km dijk, 2 hoogwatervrije ontsluitingen.’ Indrukwekkende cijfers, toch? Het belangrijkste getal is eigenlijk 778.400. Dat is namelijk het aantal voeten dat droog blijft door dit project.
Hoe dan? Door een waterinlaat aan te leggen over een lengte van 800 meter met 60 kleppen. Die laten het water door als een dijk die tijdelijk en gecontroleerd kan worden weggehaald. Er ontstaat dan een ‘extra rivier’ wanneer die nodig is om heel veel water te verwerken. De verwachting is dat de waterinlaat één keer per mensenleven geopend wordt. Dus de technologie moet toekomstproof zijn. Daarom zijn de systemen zo eenvoudig en zelfstandig mogelijk gehouden.
Landgoed De Borchgrave
Villa (Heerde, Kerkdijk 2) gelegen op een nagenoeg vierkante plattegrond, gebouwd in een neo-classicistische stijl in 1863 en in 1903 verbouwd. Kenmerkend hiervoor zijn de symmetrisch ingedeelde, crèmekleurig gepleisterde gevels met een fries rondom en in de hoeken pilasters met terracotta bladversiering waarin een leeuwenkop De villa is aan vier zijden door een grindpad omgeven.
Een goed voorbeeld van een villa met gave verhoudingen, fraaie detailleringen in vormgeving en materiaalgebruik. En van cultuurhistorisch belang omdat de villa deel uitmaakte van het landgoed Borchgrave.
Boerderij De Mediaan
Boerderij “De Mediaan” ligt aan de IJsseldijk in Welsum en is in 1909 gebouwd. De boerderij heeft een dwarsgeplaatst voorhuis, een boerderijtype dat langs de IJsseldijk vaker voorkomt, en een naastgelegen dienstboerderij, verbonden door een tussenlid.
Veerhuisje Welsum
Veerhuisje, tegenover het veer. Rechthoekig huisje met schilddak en middenschoorsteen. Aan de dijkzijde voordeur en dakkapel met vleugelstukken. Schuifvensters met luiken behangen. Bouwjaar: 18e-19e eeuw.
Molen “Houdt Braef Stant”
Korenmolen aan de IJsseldijk in Welsum. De molen werd in 1856 gebouwd. De molen is in 1963 gerestaureerd (kreeg toen het binnenwerk van molen De Wippe in Hellendoorn) en andermaal in 1986. Vervolgens is de molen in 2011 opnieuw gerestaureerd. Op 12 mei 2011 is de kap geplaatst, zijn de door de firma Vaags gemaakte roeden gestoken en is de staart vernieuwd. De molen is evenwel niet in bedrijf en is in gebruik als woning. De roeden van de molen hebben een lengte van 23,35 meter en zijn voorzien van het oudhollands hekwerk. De molen bezit een koppel maalstenen.
Aan de rechteroever, de Sallandse kant
Natuurgebied De Duursche Waarden
De Duursche Waarden is een 120 hectare groot natuurgebied van Staatsbosbeheer in de gemeente Olst-Wijhe nabij buurtschap Fortmond. Het gebied is vernoemd naar het nabijgelegen gehucht Duur.
Er zijn twee geulen gegraven en er is een opening in de zomerdijk van de IJssel gemaakt. Hierdoor kan bij hoogwater het rivierwater de uiterwaarden in stromen. Rond de steenfabriek is een korte wandeling uitgezet. Door het dichte ooibos, vooral met wilgen die tegen “natte voeten” kunnen, loopt een 2,5 km lang Laarzenpad naar een vogelobservatiehut, een verscholen en stil plekje, waar je de vogelwereld kunt bestuderen en vooral ervan kunt genieten. Er is een grote diversiteit aan plantensoorten, zeldzame insecten, bijzondere (broed)vogels en zoogdieren te beleven!
Vanaf hier vaart het zgn. Kozakkenveer naar de overkant van de IJssel, naar het kozakkendorp Veessen, van april tot oktober.
De Steenfabriek Fortmond
In de 19e eeuw stonden er wel 75 steenovens langs de IJssel. Baksteenfabriek Fortmond ligt in het buurtschap Fortmond (gemeente Olst). Hier werden van 1828 tot 1976 van rivierklei stenen gebakken. De restanten van de steenfabriek – ovens en een gerestaureerde schoorsteen – zijn nu een Rijksmonument en vormen een opvallend element in het landschap. Vanaf de naastgelegen uitzichttoren heb je mooi uitzicht over de IJsselvallei en de Duursche Waarden.
Informatiecentrum Den Nul
‘Waar natuur en cultuur samen stromen’
In het Infocentrum IJssel Den Nul stromen informatie over natuur, water en cultuurhistorie bijeen. Bezoekers kunnen dit ontdekken en beleven door te voelen en laatjes te openen in de expositie, onderzoeken en knutselen in het seizoenslab en beleven in het gebied rondom het gebouw.
In combinatie met de horecavoorziening “Op Duur” in het Infocentrum en de naastgelegen zwemkolk heeft het Infocentrum alles in zich om het speerpunt ‘beleef de IJssel’ een extra impuls te geven.
Het Infocentrum IJssel Den Nul is natuurlijk gelegen op een fantastische locatie langs de IJssel aan de rand van het natuurontwikkelingsgebied de Duursche Waarden. De boomgaard van het Infocentrum, waterspeelplaats en drijfbrug sluiten aan op de wandelroutes in de waterrijke omgeving van de uiterwaarden langs de IJssel.
Buitenplaats Wijhezicht
Al in 1675 was op deze locatie (Wijhe, Oranjelaan 5) sprake van een huis, genaamd De Galgenbelt en later Den Belt. Rond 1750 gaf de toenmalige eigenaar Jan Paul Zwakenberg het huis de naam Wijhezicht. De buitenplaats dateert uit het einde van de 18e eeuw. Het is gebouwd in een sobere variant van het neoclassicisme. De nadruk ligt op de symmetrische indeling van de voorgevel.
In 1801 begon de schrijfster en onderwijzeres Anna Maria Moens (1777 – 1832) als huurder er een kostschool voor meisjes en jongens. In 1817 is deze kostschool naar Ede verhuisd. Daarna kwam het in eigendom van baronesse J.P.H. von Knobelsdorff tot de Gelder. Vervolgens bouwde burgemeester van Nahuijs rond 1860 op de Oranjelaan 1-3 een koetshuis en dienstwoning. Toen het oude raadhuis van Wijhe, dat in 1913 was gebouwd, te klein werd, heeft men het huis als gemeentehuis ingericht.
Bij de gemeentelijke herindeling in 2001 ontstond de nieuwe gemeente Olst-Wijhe. Het gezamenlijke gemeentehuis verhuisde en Wijhezicht werd verhuurd. Villa Wijhezicht is nu een bedrijfsverzamelpand van verschillende ondernemers.
Buitenplaats Wijhendaal
Het herenhuis van de buitenplaats Wijhendaal (Wijhe, Wijhendaalseweg 6) ontstond al in de 19e eeuw. En is gebouwd in een sobere variant van het neoclassicisme gebouwd, op een rechthoekige plattegrond, waarbij de nadruk ligt op de symmetrische indeling van de voorgevel. Particuliere bewoning.
Groot Hoenlo
Het hoofdgebouw van de Havezate Hoenlo, is gebouwd met een gracht eromheen, recht in de as van de lange oprijlaan en is bereikbaar via een toegangsbrug met bakstenen muren. Het landhuis is vermoedelijk in oorsprong 18e-eeuws en ontstaan uit de vergroting van een oudere spieker (oorspronkelijk een middeleeuwse graanopslagplaats). Het huis kreeg zijn huidige uiterlijk en interieur in 1897 bij een ingrijpende verbouwing. Oorspronkelijk was het pand met pannen gedekt, nu met leien (vanaf 1994). In de periode 1986 – 1989 werden enkele onderdelen van het exterieur gewijzigd. Het pand is nu in appartementen opgedeeld, maar in het interieur zijn diverse bijzondere onderdelen bewaard gebleven zoals op de bel-etage, die nog in originele staat is: o.a. lambriseringen, stucplafonds, schouwen en binnenluiken.
Schrijver Harry Mulisch woonde in de jaren ’70 deels op Groot Hoenlo. In het boek ”’De Ontdekking van de Hemel” beschrijft hij Groot Hoenlo maar noemt het Groot Rechteren.
Vlakbij Groot Hoenlo staat Klein Hoenlo, een huis dat ook wel bekendstaat als het “weduwehuis”.
Havezate: Een havezate is een versterkt huis, hofstede, hof of hoeve. Oorspronkelijk was het een benaming voor een grote boerderij met land. In de 17e eeuw was de havezate een riddermatig goed, d.w.z. dat het bezit hiervan een voorwaarde was voor lidmaatschap van een ridderschap. In Overijssel waren de havezaten het talrijkst (122). Vergelijkbare huizen heten in Friesland stins en in Groningen borg.
Kasteel De Haere
De “Hof ter Hare” (Haer) kwam al in veertiende-eeuwse documenten voor. Omstreeks 1778 heeft er een ingrijpende verbouwing van De Haere plaatsgevonden. Bij de verbouwing ontstond een omgracht hoofdgebouw met twee vooruitspringende vleugels, met daartussen een portiek en balkon. Inmiddels had De Haere een lanenstelsel gekregen volgens de principes van de Franse geometrische aanleg. Pierre Gustave Voûte uit Parijs kocht midden 19e eeuw het landgoed en nam er zijn intrek. Voûte was een zonderling, van wie het verhaal wil dat hij in Parijs gevangen was genomen op verdenking van spionage en sindsdien ‘de weg kwijt was’. In 1870 startte Voûte op De Haere met ambitieuze bouwplannen. Hij wilde zijn stempel op het landgoed drukken in neoclassicistische stijl. Daarnaast liet hij in 1870 als tuindecoratie een ‘ruïne-folly’ bouwen, een onafgemaakte ronde toren met schietgaten, met daaraan vast een deel van een verdedigingsmuur, een schijnruïne. Helaas kwam er door geldgebrek niet veel terecht van alle grootse plannen die hij verder nog had met De Haere.
In de 60-er jaren werd het gekocht door de gemeente Deventer en is tegenwoordig eigendom van stichting IJssellandschap, naast een populaire trouwlocatie en een geliefde pleisterplaats voor wandelaars (zie ook YouTube).
De IJssellinie
De IJssellinie, de uiterst geheime verdedigingslinie langs de IJssel ten tijde van de Koude Oorlog. Van 1950 tot 1968 moest de linie beschermen tegen een mogelijke Russische invasie, door een 127 km lange en vijf tot tien km brede zone langs de rivier onder water te zetten. Er lagen plannen voor evacuatie van de ruim 400.000 bewoners van de IJsselvallei bij wie het niet bekend was wat hen mogelijk te wachten stond. Zo staat er op het terrein een hospitaalbunker (in prima staat en te bezichtigen), is er te zien waar het IJsselwater binnengelaten kon worden en treft u her en der imponerend schiettuig en andere oorlogsdingen aan langs de route daar in de buurt. Verdere informatie treft u aan op de borden die erbij staan (zie ook YouTube voor een realistisch beeld).
Havezate Boxbergen
Even ten zuidenwesten van Wesepe werd al in de veertiende eeuw de voorloper gesticht van de latere havezate Boxbergen.
Op een opname uit circa 1920 zien we een wat statige woning, een buitenplaats, met een wapensteen van het vorige gebouw die het jaartal 1653 draagt.
Maar in de achttiende eeuw zag het gebouw er heel anders uit. Het was toen een kasteelachtig gebouw omgeven door een gracht en toegankelijk via een brug. Een verdedigbaar gebouw dus.
Na vele eigenaren, lange leegstand en gedeeltelijke afbraak koopt een leerlooier uit Deventer het goed Boxbergen. Na hem volgen nog enkele andere eigenaren en In 1969 komt Boxbergen in handen van een zakenman, die hier een paardenfokkerij begint. Boxbergen werd dus ten slotte gered voor de ondergang.
Huis De Veltkamp
In 1897 werd het huis voltooid door de koekfabrikant Klopman Buizerd. Het heeft dankzij de romantische bouwstijl de bijnaam ‘het kasteeltje’ gekregen. Enigzins verscholen ligt achter het huis het fraaie koetshuis in chaletstijl. Hier stond indertijd de koets waarmee de bouwheer ‘s zomers elke dag naar Deventer reed. In de winter woonde de familie aan de Singel te Deventer. Het huis was oorspronkelijk door een berkenbos omgeven. Hier bevond zich een hondenkerkhof. Honden hebben ook ooit de sokkels bij de entree gesierd, maar deze zijn later vervangen door leeuwen. Particuliere bewoning aan de Diepenveenseweg 30, Olst.
Het Spijkerbosch
Het Spijkerbosch is een monumentaal landhuis in de Overijsselse gemeente Olst-Wijhe in de buurt van Boskamp.
Het landhuis dateert uit het begin van de 17e eeuw. In 1659 is het gebouw voorzien van een nieuwe entree. Het jaartal 1659 is aangebracht boven de deur. Oorspronkelijk stond er op deze plaats een zogenaamde spieker, waarschijnlijk bedoeld voor de opslag van graan. In de loop der tijd is het gebouw vergroot en verfraaid tot een riant landhuis. Abraham de Haen maakte omstreeks 1730 een prent van Spijkerbosch naar een tekening van Cornelis Pronk. Eenzelfde soort prent vervaardigde Gerrit Toorenburgh van het Spijkerbosch in 1759. Muurankers op deze prenten vermelden het jaar 1611. In de 18e eeuw deed het gebouw dienst als toevluchtsoord voor katholieke bewoners in de omgeving. Er werden kerkdiensten gehouden, ook werden er huwelijken voltrokken en kinderen gedoopt. Het gebouw is onder andere in het bezit geweest van leden van de families Schimmelpenninck, Van Hoëvell tot Nijenhuis en Van Limburg Stirum. Het huis werd op het eind van de 19e eeuw verbouwd en kreeg toen zijn eclectische uiterlijk.
Spijkerbosch werd in 2005 ingeschreven als rijksmonument in het monumentenregister. Het gebouw kreeg deze status vanwege de ouderdom, de delen uit de 17e eeuw die bewaard zijn gebleven en als een voorbeeld van de eclectisch bouwtrant in de 19e eeuw. Ook het koetshuis en de historische tuin- en parkaanleg zijn aangewezen als rijksmonument.
Spieker: Een spieker, speicher of spijker is een plek waar graan of andere geoogste producten tijdens de Middeleeuwen werden opgeslagen. Om te zorgen dat het graan voldoende droog en vrij van ongedierte was, werd het veelvuldig omgeschept. Om te zorgen dat het bovendien niet gestolen werd, kon men een spieker van een gracht voorzien, Daarvoor werden ook wel graanzolders gebruikt. Het gedroogde graan werd veelal bewaard en vervoerd in linnen zakken.
Opslag van graan was ook nodig omdat de pachtopbrengst van het klooster of de leenheer in natura geschiedde en dus voor wat langere tijd moest worden opgeslagen. Een spieker met graanzolder en een plaats voor de beheerder was in deze gevallen een veilige bergplaats van de “belastingen”. Wanneer het graan op de zolder werd opgeslagen, werd de spieker ook wel van een trap voorzien aan de buitenkant van de spieker.
Olst NH kerk
De St. Willibrordus of Olster Ned. Hervormde Kerk werd in 1200 van tufsteen gebouwd. In 1336 werd de toren verhoogd en rond 1500 verbouwd. De kerk is meestal alleen van buiten te bekijken. Het is een driebeukige kruiskerk opgetrokken in rode machinale baksteen onder een met leien gedekt (Maasdekking) zadeldak. De entree bevindt zich binnen een spitsboog. Aan de oostzijde een vijfzijdige absis met spitsboogvensters tussen steunberen. Het interieur verkeert in oorspronkelijke staat. De vloer en het bankenplan zijn origineel. Het orgel dateert van 1836, en is gemaakt door J. Holtgrave.
Buitenplaats Groot Scherpenzeel
De naam Scherpenzeel komt al vanaf 1457 in de archieven voor als landhuis. Het voorhuis dateert uit de 17e eeuw en doet met zijn gepleisterde trapgevels denken aan een stadshuis. Het is een voorbeeld van een eenvoudig type landhuis, zoals dat vanaf de 16e eeuw op het Overijsselse platteland te vinden was, als havezate van een edelman of als een buitenplaats van een stadsbewoner. Later is er tegen het voorhuis een boerderij gebouwd. Particuliere bewoning. Locatie: Olst, Scherpenzeelseweg 3.
De Olba-schoorsteen en gedenkplaat van personeel
In 1832 stichtte Roelof Bakhuis (1812-1891) een spekslagerij in het centrum van Olst. In 1874 kocht Bakhuis een stuk grond op de Olsterkamp dat hij bestemde voor een slagerij annex rokerij. Dit bedrijf groeide uit tot een vleesverwerkend bedrijf onder de naam R. Bakhuis & Zonen (Later Olba genaamd). De familie Bakhuis bezat ook de steenfabriek ‘t Haasje in de uiterwaarden nabij Olst. Personeel dat in de zomer ingezet werd in de steenfabriek kon in de winter aan het werk in de slachterij. Begin jaren twintig van de 20e eeuw voegde men soepen en groenten in blik aan het assortiment toe. In 1932 werd het 100-jarig bestaan van het bedrijf gevierd. Ter gelegenheid hiervan vervaardigde een Haagse beeldhouwer een beeld van een klimmende naakte man. Het beeld werd in 2011 herplaatst bij het voormalige hoofdkantoor van het bedrijf aan de Aaldert Geertsstraat. In de jaren vijftig en zestig van de 20e eeuw was Olba de grootste werkgever van Olst, met in 1963 bijna 300 werknemers. In 1962 werd het familiebedrijf Olba door Unox (onderdeel van Unilever) overgenomen. In 1978 besloot Unilever om de productie in Olst over te hevelen naar Oss. Olba werd in 1979 gesloten. Van het bedrijf resten alleen nog de schoorsteen en het beeld uit 1932. In 2009 werd de schoorsteen gerenoveerd. De schoorsteen van Olba is erkend als gemeentelijk monument.
Olsterhof
In het jaar 1832 werd voor het eerst melding gemaakt van de naam ‘Olsterhof’. De Olsterhof heeft in de loop der eeuwen vele verschillende eigenaren gekend, waaronder de bekende Olster fabrikantenfamilie Bakhuis. Naast veel eigenaren heeft het gebouw ook vele functies gehad. Zo was het ooit een boerenhofstede, maar ook een tandartsenpraktijk, een huisartsenpraktijk en een vakantieverblijf. Tegenwoordig bezoek je in de Olsterhof één van de meest bijzondere, landelijke lifestylewinkels van Nederland.
Het stenen kruis Boxbergerweg
Een zandstenen kruis, met daarop een tekst en het jaartal 1493 In het hart van kruis bevindt zich een wapenschild, maar het wapen daarop is grondig verwijderd. De tekst op het kruis maant voorbijgangers te bidden voor de zielerust van Johan Luedens. Het is tot nu toe onbekend wie dat was.
Zulke kruisen, ook wel moordkruisen, boetekruisen of veldkruisen genoemd, waren in vroegere eeuwen geen zeldzaamheid. Volgens een plaatselijke sage zou op het kruis een vloek rusten; iedereen die het probeert te verplaatsen zal daar onherroepelijk vreselijke gevolgen van ondervinden.
OLDO spoorlijn Wesepe
Op de plek waar van 1910-1935 de rails lagen van de ‘OLDO’ spoorlijn, dat staat voor de Overijsselsche Lokaalspoorwegmaatschappij Deventer-Ommen, staat nu een monument dat herinnert aan het tijd dat er vanaf Deventer richting Diepenveen, Eikelhof, Wesepe, Raalte, Lemelerveld een trein reed met eindstation Ommen.
De spoorlijn werd in 1910 geopend en op 15 mei 1935 werd de spoorlijn samen met de stations alweer gesloten wegens onvoldoende belangstelling en kort daarna opgebroken.
Het voornaamste probleem van de lijn was, dat er geen plaatsen met veel inwoners of fabrieken aan de lijn lagen, afgezien van Deventer, Raalte en Ommen die al een rechtstreekse verbinding met Zwolle hadden. Toen overal de autobus in opkomst kwam, was het snel bekeken met deze spoorlijn.
De enige nog bestaande stationsgebouwen van de OLDO zijn Eikelhof en Wesepe.
Het station Wesepe uit 1909 bestaat nog steeds en fungeert momenteel als woonhuis. Aan de voorzijde van het gebouw hangt een zwart bord met de tekst ‘Station Wesepe’.
NH kerk Wesepe
De Nicolaaskerk in Wesepe is een 14e-eeuwse gotische zaalkerk. Het kerkje werd voor het eerst in 1348 genoemd en in 1503 uitgebreid met een nieuw, verhoogd koor. Schip en koor worden overwelfd door kruisribgewelven. De toren kreeg in de 16e eeuw zijn huidige spits.
In de kerk staat een gedeeltelijk 13e-eeuws doopvont van Bentheimer zandsteen. Het orgel werd in 1876 gebouwd door H.G. Holtgrave uit Deventer. Het stond oorspronkelijk in de Doopsgezinde Kerk in Deventer en werd in 1894 naar Wesepe verplaatst.
Beltmolen Wesepe
De molen verving een standerdmolen.
In 1938 werden de wieken afgenomen en het gaandewerk verwijderd. In april 1945 werd het restant van de molen in opdracht van de (reeds verslagen!) Duitsers in brand gestoken en verwoest.
Als aandenken aan de verbrande molen aan de Deventerweg, werd 2020 een appartementencomplex met een energiemolen (bedoeld om energie op te wekken) er bovenop gebouwd aan de Bokkelerweg.
De molen staat wel op heel andere plaats dan de oude van voor 1945.